Thema’s > Bevolking

Bevolkingsaantal

40,5 miljoen inwoners (2002) (mannen 48,9% / vrouwen 51,1%)

Het aandeel van de stedelijke bevolking bedraagt 79 %. 10 % van alle Spanjaarden leeft in het buitenland (VS, EU). Er zijn grote culturele verschillen tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Thans onderscheidt men de volgende bevolkingsgroepen: Castilianen (72,3%), Catalanen (18%), Galiciërs (6%), Basken (1,5%), zigeuners (gitanos, 1,3%).

Bevolkingsgroei
Het aantal inwoners nam tussen 1995 en 2000 jaarlijks gemiddeld met 0,1% toe, 0,5 % (2001-2002); geboorte- en sterftecijfer hielden elkaar vrijwel in evenwicht (beide in 2001 9‰), de groei werd grotendeels veroorzaakt door een positief migratiesaldo. Met 1,24 kind per vrouw (2002) heeft Spanje het laagste vruchtbaarheidscijfer in de EU. Hierdoor vergrijst de bevolking en zal zij in de komende decennia in aantal afnemen.

Bevolkingsopbouw medio 2002 

• 00-14 5.905.000
• 15-29 8.818.000
• 30-44 9.713.000
• 45-49 7.285.000
• 60-74 5.746.000
• 75+    3.079.000
• Bron: EIU Country Profile 2003

Bevolkingsspreiding
De bevolkingsspreiding wordt gekenmerkt door grote extremen in de dichtheid. Het dichtst bevolkt zijn de kustprovincies. De centra in het binnenland liggen in Madrid, in Catalonië (bij Barcelona) en in het Baskenland (bij Bilbao), waar dikwijls een bevolkingsdichtheid van meer dan 500 inwoners per km² bereikt wordt. De meeste provincies in West-, Centraal- en Zuid-Spanje worden gekenmerkt door een geringe bevolkingstoename, een lage bevolkingsconcentratie en een ontvolking van het platteland. Gemiddeld heeft Spanje een bevolkingsdichtheid van 79 inwoners/km²

Voornaamste steden en aantal inwoners

                                           1999          2002

• Madrid (hoofdstad) 2.879.000  3.016.000
• Barcelona                  1.503.000  1.527.000
• Valencia                        739.000      762.000
• Sevilla                            702.000     704.000