Sierra Nevada

Plaatsen > Sierra Nevada

De Sierra Nevada is het grootste gebergte van Zuid-Spanje. Veertien bergtoppen van meer dan 3000 meter hoogte kenmerken het gebied. Sierra Nevada betekent besneeuwde bergketen in het Spaans.

De hoogste pieken zijn de Pico Valeta (3398 m) en de Mulhacen (3482 m). Deze zijn te herkennen aan het feit dat hier het grootste gedeelte van het jaar sneeuw te vinden is.

De geschiedenis van de Sierra Nevada begon miljoenen jaren geleden, toen het zuiden van het Iberische schiereiland vastzat aan het Afrikaanse continent.  De eerste nederzettingen dateren al van 3450 v. C., in de ‘Cueva de los Murciélagos’ (Vleermuizengrot), in Abuñol. Later arriveerden de Romeinen, die er ondermeer de kastanje introduceerden. Deze kwam tot die tijd alleen voor in Azië. Vanaf de 8ste eeuw tot 1613 woonden er de Moren, die er een duidelijke Arabische invloed in de dorpen en het bewerkte land hebben achtergelaten.

Bij de gemeentes Monachil en Dilar zijn hellingen geschikt voor de skisport. Men kan hier een skivakantie combineren met een zonvakantie, aangezien de zonnige kusten van onder meer de Costa del Sol niet ver hiervandaan liggen.

Het Parque Nacional Sierra Nevada beslaat een deel van dit gebergte. Hier treffen we 2.000 planten- en 8.000 dierensoorten aan. Onder hen zijn er 66, die slechts in dit gebied leven en nergens op andere plekken op aarde.

Tegenwoordig zien we dat de Sierra Nevada in haar meest herbergzame gedeelte, La Alpujarra, flink bevolkt is. Eén van haar dorpen, Trevellez, is het hoogstgelegen van Spanje.

Het laagst gelegen punt van de Sierra Nevada ligt vlakbij Ohanes, op 1.200 m. Dat is 2.300 m. lager dan het hoogste punt (Mulhacén). Omdat de temperatuur bij een stijging van 100 meter ongeveer 1ºC
daalt, is het niet te verbazen dat hier een zeer wisselende plantengroei aan te treffen is, van een rotsachtig landschap van steeneiken tot een massief met wilde dennen.

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.