Don Quichote de La Mancha

Thema’s > Beroemde Soanjaarden > Don Quichote de La Mancha

Bij het horen van de naam Don Quichote, denkt bijna iedereen onmiddellijk aan de molens van La Mancha in Spanje. Toch is het beroemde voorval van het gevecht van Don Quichote met de molens maar een klein deeltje in het indrukwekkende werk “El ingenioso hidalgo don Quichote de La Mancha” (Don Quichote, de vernuftige edelman van La Mancha, 1605-1614, in 2 delen) van de Spaanse schrijver Cervantes.

Don Quichote is een land-edelman, die door het lezen van ridderromans in de waan geraakt dat hij het onrecht in de wereld moet uitroeien. Hij trekt er met zijn strijdros Rosinante en zijn schildknaap Sancho Panza op uit en beleeft talrijke ingebeelde avonturen (waaronder de strijd tegen de windmolenvleugels). Ook zijn grotendeels ingebeelde romance met Dulcinea van Toboso is onvergetelijk.

De naam ‘Don Quichot’ verwijst inmiddels, door de grote verspreiding van het werk, in het algemeen naar een persoon die zich door zijn ingebeelde heldendaden belachelijk maakt. Ook de uitdrukking ’tegen windmolens vechten’ behoort inmiddels tot de vaste woordenschat van vele Europese talen.

Een stukje uit het boek:
Op dat ogenblik bespeurden zij in die vlakte een dertig tot veertig windmolens. Zodra Don Quichote ze zag, zei hij tot zijn schildknaap:

“De Voorzienigheid leidt onze zaken nog beter dan wij konden wensen: want kijk eens daarginds, vriend Sancho Panza, die dertig of meer ontzaglijke reuzen! Die denk ik te bestrijden en te doden. Met de buit zullen wij ons verrijken: dat is goed krijgsrecht en men bewijst God een grote dienst door dat boze gebroed van de aardbodem te laten verdwijnen.”
“Welke reuzen?” vroeg Sancho Panza.
“Die je daar ziet”,antwoordde zijn meester, “met hun grote armen. Want er zijn reuzen met armen van twee mijlen lang!”

“Kijk eens goed, heer”, antwoordde Sancho. “Wat zich daar vertoont, zijn geen reuzen, maar windmolens; en wat bij hen op armen lijkt zijn wieken, die, door de wind rond gedraaid, de molensteen in beweging brengen.”

“Ik zie wel,” antwoordde Don Quichote, “dat je nog niet veel van de wereld afweet. Reuzen zijn het, en indien je bang bent, ga dan opzij en bid, terwijl ik mij met hen in een vreselijke en ongelijke strijd ga begeven”.

Tegelijk gaf hij Rosinante de sporen, zonder acht te slaan op het geroep van Sancho, die hem waarschuwde, dat het zonder twijfel windmolens waren en geen reuzen, die hij te lijf ging.

En Don Quichote riep met luide stem:
“Vlucht niet, blode en lage schepsels! Eén enkele ridder is het, die u aanvalt”.

Het resultaat is bekend………..

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *