Almería

Plaatsen > Almería

Vroeger was Almería de belangrijkste havenstad van het kalifaat van Córdoba. De stad was een centrum van handel en textielindustrie.

Almería werd (onder de naam Bartolus) gesticht door de Phoeniciërs die de Iberiërs uit deze streek verjoegen. De Romeinen noemden het Portus Magnus en in deze tijd kreeg het grote betekenis als havenplaats.

In de 11de eeuw, nu in Moorse handen, kreeg het de huidige naam Almería (De Spiegel). Tijdens de regering van de Moorse koning-geleerde Motacin, beschermheer van dichters en denkers, kwam de stad tot grote bloei. In 1489 viel de stad in handen van de katholieke koningen en ging het bergafwaarts met de extreme rijkdom.  Dit kwam mede doordat Almería veelvuldig strijdtoneel was en ook niet voor natuurrampen (aardbevingen) gespaard bleef.

Tegenwoordig heerst er een Noord-Afrikaanse sfeer in de stad, met zijn huizen met platte daken, een woestijnachtige omgeving en palmbomen.

In de omgeving zijn nog vele holwoningen. De stad wordt beheerst door twee schilderachtige burchten: Het Alcazaba is een Moors fort uit de 8ste eeuw.

Ook een oude moskee, in kapel veranderd, is de moeite van het bezichtigen waard. Een goed bewaarde muur verbindt het Alcazaba met de, 250 m verder op een heuvel gelegen, ruïne van het kasteel San Cristóbal. Hoog er boven uit verheft zich het marmeren monument van het Heilig Hart (1928). Van hier heeft men een prachtig uitzicht. In de stad zijn vele kerken, waarvan de Kathedraal (16e eeuw) opvalt. De herhaalde invallen van zeepiraten noopten de architecten een versterkte kerk te bouwen. Door een aardbeving grotendeels verwoest, werd hij in 1524 -1543 herbouwd met vier grote indrukwekkende hoektorens. De fronten linkergevel hebben mooie renaissance versieringen. Op hetzelfde plein staan het seminarie en het bisschoppelijk paleis. De kerk van Santiago, dichtbij de Puerta Purchena, het hart van de stad, heeft een 55 m hoge toren uit de 16de eeuw en een renaissancegevel van Juan de Orea. De stad is rijk aan promenades, vele beplant met palmen, zoals de Paseo de San Luis die langs de haven loopt. In de buurt van Almería zijn verschillende gelegenheden tot baden in zee: vlak bij de stad o.a. de strandjes Delicias, Conchas, Villagarcia en San Miguel; naar het westen de kleine kustinhammen van La Garrofa (5 km) en een reeks wijde stranden bij Aguadulce (11 km).

Bezienswaardigheden:

  • Het Alcazaba. Een 1000 jaar oud Moors fort met een schitterend uitzicht over de stad.
  • De Catedral. Vroeger stond op deze plaats een moskee, later werd deze moskee een christelijk bedehuis. Na de aardbeving van 1522 ontwierp Juan de Orea de huidige kathedraal.
  • Plaza Vieja. Dit 17e eeuwse door arcaden omringde plein wordt ook wel ‘Plaza de la Constitución’ genoemd.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.